Afgelopen week zei iemand tegen me: "Coaching is zo vaag, je weet niet waar je aan begint". Wat een eye-opener voor mij zeg! Blijkbaar wordt coaching toch als een soort sprong in het diepe ervaren.
Spreekwoordelijk klopt dat ook wel. Bij coaching gaat het erom dat de client zichzelf beter leert kennen en in beweging komt. Vaak weet de client zelf nog niet in welke richting zich die gaat bewegen en dat maakt het dan spannend. De client leert dus ook van zijn actie. Daarbij kan de coach verschillende rollen kiezen. Een coach kan functioneren als een spiegel, die teruggeeft wat jij manifesteert. Een coach kan ook een praatpaal zijn, die luistert naar wat je zegt en vooral ook naar hetgeen je niet zegt. Soms kiest de coach voor de rol van adviseur, die iemand verschillende invalshoeken laat zien of iemand andere denkwijzen voorstelt. En verder kan een coach ook de supportersrol aannemen. In dat geval ondersteunt een coach het leer- en ontwikkelproces van de client. In het geval van co-actieve coaching, dat ik toepas, hebben zowel de client als de coach een actieve rol. De client bepaalt de agenda en de coach zorgt ervoor dat de agenda wordt gevolgd. Het lijkt heel eenvoudig. Toch wordt het al lastiger bij een van de eerste vragen in het intake-gesprek: Waar wil je aan werken? Wat wil je bereiken? Dan blijkt vaak dat de redenen om een coach in te schakelen nog niet duidelijk zijn. Vage voorbeelden zijn er genoeg: een directeur heeft een sparring partner nodig, een medewerker voelt zich niet gelukkig in zijn werk, een manager is niet tevreden over het resultaat van iemands werk en vraagt zich af hoe hier mee om te gaan. De redenen kunnen divers zijn en niet altijd even helder. In zo'n geval is het doel van de coaching om te onderzoeken waar het onbestemde gevoel vandaan komt. Op die manier wordt het doel van de coaching duidelijk. De client komt in beweging en het volgende doel dient zich vanzelf aan. En zo schept coaching helderheid.
0 Comments
|